Veelgestelde vragen Voortgezet Onderwijs
Kinderen moeten in Nederland onderwijs volgen tot het einde van het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Als een kind dan nog geen startkwalificatie heeft, moet het nog onderwijs volgen tot het 18 jaar is. Vanaf die leeftijd zijn kinderen niet meer leerplichtig. Soms is extra hulp, andere uitleg of lesstof op school nodig. En soms onderwijs op een andere, speciale school.
In de veelgestelde vragen lees je meer over passend onderwijs op de middelbare school.
Meer weten over passend onderwijs?
Belangrijke onderwerpen
Binnen onze regio besteden we veel aandacht aan een zo goed mogelijke overgang van primair onderwijs (basisonderwijs) naar voortgezet onderwijs (middelbaar onderwijs). De samenwerkingsverbanden hier hebben daar duidelijke afspraken over gemaakt. Onderstaande onderwerpen kunnen je verder helpen.
Lees meer
Het is belangrijk dat je als ouder goed samenwerkt met de school. En de school en jij als ouder ook met je kind. Jij kent je kind goed en ziet hoe het thuis met je kind gaat. En jij weet wat je kind nodig heeft. De school ziet hoe het met je kind op school gaat. Bespreek met de school wat de school kan doen en wat jij kunt doen. Kijk wat er in de schoolgids en het schoolondersteuningsprofiel staat en welke hulp de school kan geven. En wat je misschien kunt doen om de school te helpen. Zorg dat afspraken op papier staan. En spreek af wanneer jullie een volgend gesprek hebben om te kijken hoe het gaat.
Lees meer
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom jij en de school iets anders vinden. Jij ziet je kind thuis, ziet hoe het zich voelt en luistert naar wat het vertelt over school. De leerkracht ziet jouw kind alleen op school. Deze situaties kunnen anders zijn. Ook kan het zijn dat jij en de school anders denken over wat je bij jouw kind ziet.
Probeer wat jij ziet en wat de school ziet met elkaar te bespreken. Wat is er volgens jou aan de hand? En wat ziet de school? Probeer uit te vinden waar jij en school hetzelfde over denken en op welke punten jullie iets anders vinden. Luister zo goed mogelijk naar elkaar. Probeer elkaar beter te begrijpen. Besef dat jullie allebei, school en ouders, het beste willen voor jouw kind.
Lees meer
Soms vindt de school na het onderzoek naar de hulp die jouw kind nodig heeft, dat een andere school een betere plek is voor jouw kind. Dat kan bij het aanmelden zijn, maar ook als je kind al op school zit. De school zegt dan bijvoorbeeld dat het de extra ondersteuning die jouw kind nodig heeft niet kan geven. Of de school denkt misschien dat een kleine rustigere klas een betere plek is voor jouw kind. Welke hulp jouw kind precies nodig heeft, moet in een ontwikkelingsperspectief (OPP) staan. Hierover overlegt de school altijd met jou. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?’
In het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief staat dan dat je kind beter naar een andere school kan en waarom. Tot je kind meerderjarig is, moet jij als ouder het ook eens zijn met het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief. Dat heet instemmingsrecht. Kinderen en jongeren hebben ook het recht om hierover mee te praten en hun mening te geven. De school gaat samen met jou en je kind op zoek naar de beste plek voor jouw kind. Je kind blijft ingeschreven op de school, tot er een andere school is, waar je kind kan worden ingeschreven. De school heeft zorgplicht tot jij je kind aanmeldt op een andere school. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is zorgplicht?’
Voortgezet speciaal onderwijs (vso) kan de beste plek zijn. Of een middelbare school die meer of andere extra hulp kan geven. Of een school met een ander niveau. Ook praktijkonderwijs kan een mogelijkheid zijn. Lees hier meer over bij de vragen ‘Wat is voortgezet speciaal onderwijs (vso)?’ en ‘Wat is praktijkonderwijs?’ Als je kind naar voortgezet speciaal onderwijs (vso) of praktijkonderwijs gaat, moet de school een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen bij het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband beslist of je kind ‘toelaatbaar’ is tot het speciaal onderwijs. De nieuwe school beslist uiteindelijk of je kind wordt toegelaten. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)?’
Lees meer
Soms bestaat een deel van de extra hulp van je kind uit jeugdhulp. Zoals een eigen begeleider in de klas. Scholen en gemeenten werken dan samen door te zorgen voor arrangementen en maatwerk. Samenwerkingsverbanden maken daarover eens in de vier jaar afspraken met alle gemeenten in hun regio. Je kunt als ouder bij jouw gemeente ook zelf vragen om jeugdhulp. Als jouw kind jeugdhulp nodig heeft om goed passend onderwijs te krijgen, dan staat hierover informatie in het ontwikkelingsperspectief (OPP). Daarin staat wat voor zorg of hulp je kind nodig heeft en hoe dat geregeld wordt. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief?’ Kinderen en jongeren hebben ook hierover het recht om mee te praten en hun mening te geven.
Lees meer
Heb je vragen over passend onderwijs, wil je advies of praten met iemand die met je meedenkt? Dan kun je terecht bij de school van jouw kind of bij het ouder- en jeugdsteunpunt. Ieder samenwerkingsverband heeft een ouder- en jeugdsteunpunt. Het is er om jou als ouder te helpen en werkt onafhankelijk.
Lees meer
De meeste kinderen kunnen de lessen op school goed volgen. Maar niet ieder kind is hetzelfde. Sommige kinderen hebben op school extra hulp nodig. Soms is er meer nodig dan de school kan bieden en moet het kind naar een andere school in de regio. Dat kan een andere reguliere school zijn of een school voor speciaal basis onderwijs of speciaal onderwijs. Elk kind met een ondersteuningsbehoefte moet in de regio waar hij of zij woont, onderwijs krijgen dat bij hem of haar past. Dat heet passend onderwijs. Scholen moeten ervoor zorgen dat een kind hulp krijgt op school, of hulp krijgt op een passende andere plek. Dat is geregeld met de zorgplicht passend onderwijs.
Lees meer
Misschien heeft je kind meer hulp nodig dan de basisondersteuning. Dan kan je kind extra ondersteuning krijgen. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband (SWV) staan de afspraken over basisondersteuning en extra ondersteuning in jouw regio. Elk samenwerkingsverband regelt dat anders.
Hieronder vind je een lijst van vragen die je verder kunnen helpen.
Lees meer
Als je kind extra ondersteuning nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de oude school, voor meer informatie over jouw kind dan wat in het onderwijskundig rapport staat. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een onderwijskundig rapport (OKR)?’ De school kan ook vragen of er mag worden overlegd met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft. En je kind zelf, als je kind ouder is dan 16 jaar. Je kunt hierover eerst vragen stellen aan de school. Waarom ze de informatie nodig hebben bijvoorbeeld. En wie het allemaal kunnen lezen. Vind je het vervelend om het hele verslag van een onderzoek van jouw kind aan de school te geven? Bijvoorbeeld omdat er ook informatie over anderen in staat? Dan kun je ook een deel van het verslag aan de school geven: alleen de samenvatting en het advies
Lees meer